Kruger is een wereldberoemd wildpark. Mensen over de hele wereld gaan er naar toe om dieren te spotten en van de rust en de natuur te genieten.
In tegenstelling tot wildparken zoals Serengeti en Ngorongoro, mag je in Kruger gewoon zelf rondrijden in je (huur) auto. Een vakantie in Kruger is dan ook een stuk voordeliger. Althans, het kán een stuk voordeliger zijn.
Ik vind het vooral belangrijk om alles zelf te kunnen bepalen: wél stoppen bij een kudde impala’s voor een mooie foto, maar dóórrijden bij een troep leeuwen, waarvan alleen de oortjes te zien zijn.
Het Krugerpark is 380 km lang en 60 km breed, ongeveer zo groot als Nederland zonder Zeeland en Noord- en Zuid-Holland. De afstanden lijken op het eerste gezicht wel mee te vallen, maar je mag maximaal 50 km p/u rijden in het park. Brommersnelheid dus. Als je veel dieren wilt zien, zul je flink langzamer moeten rijden: 10 – 20 km p/u.
Vooral zomers zijn dieren lastiger te spotten. De begroeiing is dan weelderig en het gras is erg lang, met name in het zuiden van het park. Een ander nadeel van de zomer is malaria, dat komt voor van september t/m mei. Toch is de Zuid-Afrikaanse zomer mijn favoriete periode om te gaan, omdat ik het park dan op zijn mooist vind. Wij slikken dan Malarone, vergrijgbaar via je huisarts of vaccinaties op reis.

Bron malariakaart: krugerpark.com